Schriftelijk verslag doen van een natuurwetenschappelijk onderzoek |
|
Wanneer je een natuurwetenschappelijk onderzoek (binask) hebt gedaan, zul je hier vaak een schriftelijk verslag van moeten maken. Dit verslag kent een vaste opzet en bestaat in principe uit de volgende onderdelen: |
- Titelpagina
Op de titelpagina staan achtereenvolgens vermeld:
- Titel (eventueel met subtitel)
- Voornaam en achternaam van de schrijver(s)
- School en klas
- Datum
- Inhoudsopgave
Hier komen de titels en eventuele subtitels van de onderdelen waaruit het verslag is opgebouwd met de bijbehorende paginanummers.
- Inleiding
Hier beschrijf je het onderwerp en, indien van toepassing, waarom je voor dit onderwerp gekozen hebt.
- Vraagstelling
Hier komen de hoofd- en eventuele deelvragen.
- Hypothese
Hier geef je een voorlopig antwoord op de hoofdvraag in de vorm van een hypothese. Motiveer je hypothese op basis van een betrouwbare bron. Stel — op basis van je hypothese — een als... (hier wordt de hypothese ingevuld), dan... (hier volgt de uitkomst van het experiment) verwachting op.
- Theorie
Hier besteed je aandacht aan de voor het onderwerp relevante theorie.
- Materiaal en methode
Hier komt een overzicht van de gebruikte materialen en methoden. Zorg er voor dat je beschrijving dusdanig is, dat iemand anders je experiment kan herhalen. Illustraties van proefopstellingen kunnen daarbij behulpzaam zijn.
- Resultaten
Hier presenteer je je meetgegevens/waarnemingen. Dit kan in de vorm van tabellen, grafieken of beide.
- Conclusie
Hier geef je een antwoord op de hoofd- en eventuele deelvragen. De juistheid van je hypothese komt hier ook ter sprake.
- Discussie
Hier kun je ingaan op wat er anders gelopen is dan dat je verwacht had, de mogelijke oorzaken en oplossingen.
- Bronnen
Hier vermeld je geraadpleegde boeken, internetpagina's en andere bronnen. Doe dit volgens de Richtlijnen bronvermelding. Afbeeldingen van derden vallen óók onder de bronvermelding.
- Bijlagen
- Logboek
Hierin houd je bij wat je gedaan hebt, waar en wanneer je het gedaan hebt en hoeveel tijd je eraan hebt besteed.
-
-
|
Het verslag wordt uiteraard gemaakt op de computer. Gebruik als hoofdlettertype Verdana 10 pts., regelafstand anderhalf. Vermijd het gebruik van meer dan twee lettertypen. Wees zuinig met illustraties en kleur. Let op spelling en zinsbouw. En als laatste.... Beperk de hoofdtekst (inleiding - discussie) in geval van een omvangrijk onderzoek, zoals een profielwerkstuk, tot 3000 woorden (ongeveer 10 kantjes A4, standaardmarges). In alle andere gevallen is je verslag dus minder omvangrijk. |
|
[NAAR BOVEN] |
|